Till we meet again
2 maart 2018
Koffer kan nog dicht, check, handbagage voor de komende 24 uur, check, veeeeel zakdoeken, check.
Ik sta op het punt om Nepal weer te verlaten na mijn bijzondere trip.
Na een laatste ontbijt bij Purna Yoga retreat stap ik, na nog wat thee en een Neti-pot te hebben gekocht, in de taxi richting vliegveld, samen met een andere gast, Sarah.
Iedere ochtend kregen we een potje met warm water met zout erin, om de neus mee te spoelen. Ik merkte vrij snel dat dat effectief werkt, ook al ben ik nog steeds snot verkouden. Ik wil dat in nederland erin houden.
Op t vliegveld aangekomen blijkt het vliegveld nog niet zijn vrijgegeven om te vliegen, vanwege de mist. Mijn vlucht van half 10 wordt sowieso later. Ook Sarahs vlucht heeft drie uur vertraging.
Opeens komt Khadga aangelopen, hij komt me nog wat brengen wat ik bij hem thuis vergeten was, mijn boedha beeld. Nu hij er is gaat hij zich ook even bemoeien met mijn incheck. Want, omdat ik een dag eerder naar kathmandu vlieg heb ik geen ticket, maar mocht ik bij budha air een foto maken van het scherm, wat wonderwel gewoon wordt geaccepteerd. We krijgen de tip van khadga om in het restaurant te gaan zitten, dan zien we de vliegtuigen landen en weten we dus ook wanneer we ongeveer kunnen gaan, want ze gaan de hele tijd op en neer. Gezellig kletsend verstrijkt de tijd en mag ik rond 12.30 boarden.
Ik zit naast een Amerikaanse pastor die de hele vlucht blijft kwekken over god, en hoe belangrijk het is dat het woord wordt verspreid. Is er een uit-knop?
Na de landing duurt t even voordat de bagage er is. Er is geen lopende band systeem, maar er zijn mannetjes. De mannetjes halen alle bagage uit de rekken en leggen t in een ruimte neer, iedereen staat eromheen. Het plan is hard te roepen als je je koffer of tas ziet, zodat een mannetje je tas kan aangeven, nadat gecheckt is of t echt wel jou tas is. Op zich best een goed systeem.
Bij de uitgang staan weer andere mannetjes, de taxi mannetjes. Ik weet dat ik niet meteen moet toehappen dus loop eerst een stukje. Een paar mannetjes lopen mee en beginnen te roepen. Nu komt t aan op intuïtie: wie gaat me geen oor aan naaien? Tot nu toe ging dat heel goed en vond ik iedere keer een fijne chauffeur. Vooraf de prijs afspreken natuurlijk. En dan goed checken of hij de weg weet, en anders eisen dat hij de locatie belt. Deze man belt uit zichzelf, knikt begrijpend. Dan weet ik dat t goed komt. Want ook als ze de weg niet weten zullen ze zeggen dat ze het weten, waardoor je vervolgens veel langer in de taxi zit.
Tijdens de taxirit zie ik veel jongeren met gekleurde gezichten: het holy festival is aan de gang. Het begin van de lente wordt gevierd. Het is een beetje als de colour run avant la lettre. Het zijn vooral jongeren en toeristen die zichzelf en anderen vol gooien met de gekleurde poeder. Als ik s middags een rondje wandel staat een klein jochie klaar mij te bekogelen met een emmer vol gekleurde poeder. Ik roep NO ( en kijk net zo streng als de yoga lerares), en de moeder van het jongetje roept ook iets waarvan ik schat dat het zoiets is als: laat dit vooral uit je hoofd.
Ik kom aan bij een allerschattigst guesthouse, verscholen achter een groot stalen hek: een mooie tuin, een fijne kamer met zowaar een aparte douchebak, geen kleddernatte badkamer voor de afwisseling. Ik voel me brak, heb wat verhoging en mijn neus zit dicht. Maar wil toch even naar de bodnath stupa, een van de oudste boeddhistische stupa’s in nepal. Na een paar euro te hebben betaald mag ik naar binnen, wat een indrukwekkend gezicht. Een grote witte toren met aan alle kanten ogen. Gebedsmolens aan de zijkanten, heel veel boeddhistische monniken lopen rond, altijd met de klok mee. Verder heel veel oudere Tibetanen, te herkennen aan specifieke klederdracht. Ze voelen zich hier veiliger dan in Tibet. De straten rondom de stupa zijn dan ook merendeels bewoond door verdreven Tibetanen. Ik loop een ronde, verwonder me over oude vrouwtjes die met kwasten de gebedsmolens stofvrij proberen te houden. Ik probeer de commercie aan de zijkanten van de stupa te negeren: jammer dat het zo is volgestouwd, maar wellicht een goede inkomstenbron voor velen. Ik doe er in ieder geval niet aan mee. Na nog wat foto’s ga ik terug naar t guesthouse, uit de stof en uit de drukte. De mannen daar halen een speciaal goedje om mee te stomen, brengen een thermoskan met heet water en een bak, ginger thee met honing. Dit alles zonder dat ik daarom vroeg. Wat een gastvrijheid, geweldig. Ik heb gemerkt dat dit eerder regel dan uitzondering is hier, en dat maakt dit land zo bijzonder.
Ik ontmoette deze reis mensen met een groot hart, mensen die zelf veel hebben meegemaakt en zich enorm inzetten voor anderen, zonder iets terug te vragen, verwachten of eisen. Ze stellen doelen voor hun toekomst en werken er hard aan deze te doen uitkomen. Ze leven eenvoudig en oprecht. Zo mooi en zo puur. Genoeg om mee naar huis te nemen in ieder geval. En om nog vaak aan terug te denken.
Tot de volgende keer Nepal!
Namaste.
PS. En er zijn meer oude huismiddeltjes bij de verstopte neus en andere ongemakken😘
Nog heel even en dan kun je ze weer knuffelen!
Goede terugreis !